Volg de ster – Obed | 8 december 2019
Bijbeltekst(en)
Het boek Ruth speelt zich af in de roerige tijd van de Rechters. Elimelech, een man uit Betlehem in het land Juda, besluit vanwege een hongersnood met zijn vrouw Noömi en hun twee zonen naar het buurland Moab te vluchten, ook al zijn er vaak spanningen tussen Juda en Moab. Na verloop van tijd overlijden alle drie de mannen. Noömi blijft achter, met twee Moabitische schoondochters. Wanneer zij besluit om naar Betlehem terug te keren, gaat Ruth, één van die schoondochters, met haar mee. Uiteindelijk krijgt Ruth samen met Boaz, een man uit Betlehem, een zoon: Obed. Zijn naam betekent: dienaar.
Een centraal thema in het boek Ruth is trouw, chesed in het Hebreeuws (Ruth 1:8, 2:20, 3:10). chesed betekent ‘trouw’, maar wordt soms ook vertaald met ‘goed zijn voor’. Dat laat al zien dat chesed geen abstract begrip is, maar zichtbaar moet worden in concrete daden.
Dat is ook het geval in het boek Ruth: Ruth bewijst trouw door Noömi te volgen en voor haar te zorgen. Noömi ervaart Boaz’ vriendelijke gedrag tegenover Ruth als een teken van Gods trouw. En Boaz bewijst trouw door uiteindelijk de zorg voor de twee vrouwen op zich te nemen.
Wanneer Matteüs Obed noemt als voorouder van Jezus, roept hij daarmee een verhaal in herinnering over trouw en dienstbaarheid. Later in zijn evangelie benadrukt hij dat ‘dienen’ ook voor Jezus en zijn volgelingen centraal moet staan.
Vraag:
‘Dienen’ is niet hetzelfde als ‘jezelf wegcijferen’. Hoe zou je dienen wel omschrijven, en hoe kun je dit vandaag in de praktijk brengen?