Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Rachab verstopt spionnen op haar dak | 15 sept 2019

Bijbeltekst(en)

Spionnen in Jericho

1Hierna stuurde Jozua, de zoon van Nun, vanuit Sittim in het geheim twee spionnen op pad met de opdracht om het hele gebied, en vooral Jericho, te verkennen. De mannen vertrokken. Toen ze in Jericho waren gekomen, vonden ze onderdak bij een hoer, Rachab genaamd, bij wie ze wilden overnachten.

Jozua 2:1NBV21Open in de Bijbel

6Rachab had de mannen naar het dak gebracht en ze daar verborgen onder bundels vlas. 7Hun achtervolgers vertrokken meteen in de richting van de Jordaan, naar de oversteekplaatsen. Zodra ze de stad hadden verlaten werd de poort gesloten.

8Rachab ging naar het dak voordat de mannen in slaap zouden zijn. 9‘Ik weet,’ zei ze tegen hen, ‘dat de HEER dit land aan jullie heeft gegeven. Wij zijn doodsbang voor jullie. Alle inwoners van dit land sidderen, 10want we hebben gehoord dat de HEER de Rietzee voor jullie heeft drooggelegd toen jullie uit Egypte wegtrokken en dat jullie Sichon en Og, de twee koningen van de Amorieten aan de overkant van de Jordaan, hebben vernietigd. 11Toen we dat hoorden, sloeg de angst ons om het hart en werden we wanhopig. De HEER, jullie God, is immers een God die macht heeft boven in de hemel en hierbeneden op aarde. 12Zweer me dan bij de HEER dat jullie mijn familie en mij goed zullen behandelen. Ik heb jullie toch ook goed behandeld? Zweer het me, geef me de zekerheid 13dat jullie mijn vader en moeder, mijn broers en zussen en hun kinderen zullen sparen. Red ons van de dood!’ 14De mannen antwoordden haar: ‘We staan voor jullie borg met ons leven, op voorwaarde dat jullie onze plannen niet verraden. Wanneer de HEER ons dit land gegeven heeft, zullen we je goed behandelen en je trouw bewijzen.’

15Rachab woonde in een huis in de stadsmuur. Ze liet de spionnen langs een touw door het venster naar beneden zakken. 16‘Probeer in de bergen te komen,’ zei ze, ‘anders vinden de achtervolgers jullie. Houd je daar drie dagen schuil, totdat ze teruggekomen zijn. Ga daarna pas weg.’ 17De mannen zeiden: ‘We zijn niet in alle gevallen gebonden aan de eed die je ons hebt laten zweren. 18Wanneer we dit land binnentrekken, moet je dit rode koord aan het venster binden waardoor je ons hebt laten zakken. Zorg er dan voor dat je vader en moeder, je broers en zussen en je hele verdere familie bij je in huis zijn. 19Wie van jullie dan naar buiten gaat, is zelf schuldig aan zijn dood. In dat geval zijn we niet aan onze eed gebonden. Maar wordt er ook maar iemand kwaad gedaan die binnen blijft, dan zijn wij schuldig. 20En we zijn ook niet gebonden aan de eed die je ons hebt laten zweren als je onze plannen verraadt.’ 21Rachab stemde hiermee in en liet de mannen gaan. En ze bond het rode koord aan het venster.

Jozua 2:6-21NBV21Open in de Bijbel

Het boek Jozua draait om de vervulling van de belofte die God ooit aan de stamvaders Abraham, Isaak en Jakob deed: hun nakomelingen zullen het land Kanaän in bezit nemen en daar altijd blijven wonen. In het boek Jozua kun je lezen hoe die belofte werkelijkheid wordt. Maar het land Kanaän kan alleen veroverd worden als het volk van Israël gehoorzaam is aan de wetten uit het Bijbelboek Deuteronomium.
In het verhaal van vandaag stuurt Jozua spionnen naar de eerste stad in Kanaän die de Israëlieten willen innemen: Jericho. De spionnen komen echter niet verder dan het huis van Rachab, een prostitué die in de stadsmuur woont. In haar vinden ze een onverwachte bondgenoot.
Rachab neemt in dit verhaal een aantal keer de leiding. Eerst door de twee spionnen te verstoppen. En daarna door te vragen of de Israëlieten haar en haar familie willen redden als ze de stad zullen innemen. Rachab is er vast van overtuigd dat dit zal gebeuren. Want aan de geschiedenis kun je zien dat God de Israëlieten helpt.

Lees het verhaal nog eens door en let er daarbij op waarom de hoofdpersonen bepaalde keuzes maken. Wat valt je op?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons