God is machtig | 29 december 2019
Bijbeltekst(en)
Deze week lezen we Psalm 8: een loflied over de macht van God, maar ook over de belangrijke plaats die de mensen van God hebben gekregen in de schepping.
Het lied begint en eindigt met dezelfde zin; dat noemen we een inclusio (= omsluiting). In de eerste (vers 2) en laatste zin (vers 10) vinden we de belangrijkste gedachte van deze psalm: Gods macht strekt zich uit over de hele aarde.
In vers 3 lezen we over kleine kinderen. God gebruikt hun stem om zijn vijanden te verslaan. God doet grote dingen door kleine mensen zonder macht. De komst van Jezus als kwetsbare baby is daar het mooiste voorbeeld van.
En in vers 4 denkt de psalmdichter aan God als hij naar de sterren kijkt en onder de indruk raakt van Gods grootheid en zijn eigen kleinheid.
Een mens is maar klein en niet belangrijk, schrijft de dichter in vers 5. Maar als je goed leest, merk je dat het in dit vers niet om de mensen gaat, maar juist om God die zo machtig en groot is en toch aan ons denkt en ons niet vergeet.
Vraag:
Als je op een heldere avond naar de sterren kijkt, welk gevoel of welke gedachten roept dat bij je op?