De Heer is mijn herder – 24 mei
Bijbeltekst(en)
God wordt in Psalm 23 vergeleken met een herder. De psalm begint met het spreken óver God: De Heer zorgt voor mij. Maar op het moment dat het moeilijk is – ‘ook al is het donker om mij heen’ –, begint de dichter tót God te spreken: U bent bij mij, Heer. Het lied wordt een gebed. Precies in het midden van de psalm staat deze zin: ‘Want u bent bij mij, Heer’ (Psalm 23:4). Dit is de kern van de psalm. De dichter beschrijft God niet in grote en algemene termen, maar hij beschrijft God juist in de persoonlijke relatie: De Heer zorgt voor mij, U bent bij mij, U nodigt mij uit, enz.
In Johannes 10:11-16 noemt Jezus zichzelf de goede herder. ‘Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zorg ik voor de mensen die bij mij horen. Ik geef mijn leven voor die mensen. Want ik ken hen, en zij kennen mij,’ zegt Jezus (Johannes 10:14-15).
Vraag: De dichter van de psalm en Jezus spreken in termen van een persoonlijke relatie. Voel jij je als een schaap van die (goede) herder? Waarom wel of waarom niet?