11
Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Timoteüs. 2Aan de heiligen in Kolosse, onze gelovige broeders en zusters, die één zijn met Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader.1:2 van God, onze Vader – In andere, meestal latere handschriften staat: ‘van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus’.
3
Filem. 4
In al onze gebeden danken wij God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, voor u, 4want we hebben over uw geloof in Christus Jezus gehoord en over uw liefde voor alle heiligen; 5
beide komen voort uit de hoop op wat in de hemel voor u klaarligt. Daarover hebt u gehoord toen aan u de waarheid verkondigd werd en het evangelie 6u bereikte. Overal in de wereld draagt het vrucht en groeit het, ook bij u, vanaf de dag dat u over Gods genade hoorde en de ware betekenis ervan begreep. 7
Filem. 23
Onze geliefde medewerker Epafras, die zich als trouw dienaar van Christus voor u inzet, heeft u daarin onderwezen. 8En hij heeft ons verteld over de liefde die de Geest in u opwekt.
9Daarom bidden wij onophoudelijk voor u, vanaf de dag dat we dat gehoord hebben. We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt. 10
Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer, Hem volkomen welgevallig. U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van God zal groeien 11
en u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.
12
Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht. 13Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, 14
die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
15
Beeld van God, de onzichtbare, is Hij,
eerstgeborene van heel de schepping:
16
Ef. 1:9-10
in Hem is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten,
alles is door Hem en voor Hem geschapen.
17Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.
18
1 Kor. 15:20
Ef. 1:22-23
Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk.
Oorsprong is Hij,
eerstgeborene uit de dood,
om in alles de eerste te zijn:
19
in Hem heeft heel de volheid willen wonen
20
en door Hem en voor Hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel,
door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
2124
Ef. 3:13
Ik ben verheugd dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog ontbreekt aan het lijden omwille van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk, 25
waarvan ik dienaar geworden ben. Met het oog op u heeft God mij die dienende taak toevertrouwd, opdat zijn boodschap in al haar volheid verkondigd wordt: 26
het goddelijk geheim dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen onthuld is. 27Aan hen heeft God bekend willen maken hoe luisterrijk dit geheim is voor alle volken: Christus is in u, Hij is uw hoop op goddelijke luister. 28Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen. 29Daarvoor span ik mij in en strijd ik met zijn kracht, die volop in mij werkzaam is.