461Voor de koorleider. Van de Korachieten. Op de wijs van De jonge vrouwen. Een lied.
2God is voor ons een veilige schuilplaats,
een betrouwbare hulp in de nood.
3
Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde
en storten de bergen in het diepst van de zee.
4Laat de watervloed maar kolken en koken,
de hoge golven de bergen doen beven. sela
5Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God,
de heilige woning van de Allerhoogste.
6Met God in haar midden stort zij niet in,
vroeg in de morgen komt God haar te hulp.
7Volken roeren zich, rijken storten ineen,
zijn donderstem klinkt – de aarde siddert.
8De HEER van de hemelse machten is met ons,
onze burcht is de God van Jakob. sela
9Kom en zie wat de HEER heeft gedaan,
verbijsterend is wat hij op aarde verricht:
10
Jes. 2:4
Ezech. 39:9-10
wereldwijd bant hij oorlogen uit,
bogen breekt hij, lansen verbrijzelt hij,
wagens verbrandt hij in het vuur.
11
‘Staak de strijd, en erken dat ik God ben,
verheven boven de volken, verheven boven de aarde.’
12De HEER van de hemelse machten is met ons,
onze burcht is de God van Jakob. sela
471Voor de koorleider. Van de Korachieten, een psalm.
2
Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang:
3
Jes. 52:7
geducht is de HEER, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.
4Volken dwong hij voor ons op de knieën,
naties legde hij aan onze voeten.
5Hij koos voor ons een eigen land,
de trots van Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela
6
98:6
Onder gejuich steeg God omhoog,
de HEER steeg op bij hoorngeschal.
7Zing voor God, zing een lied,
zing voor onze koning, zing hem een lied:
8God is koning van heel de aarde.
Zing een feestelijk lied.
9
God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.
10De vorsten van de volken zijn bijeen
in het gevolg van Abrahams God.
Zijn schildwachten zijn ze op aarde.
Hoog is hij verheven.
481Een lied, een psalm van de Korachieten.
2
Groot is de HEER, hem komt alle lof toe.
In de stad van onze God, op zijn heilige berg
3– schone hoogte, vreugde van heel de aarde,
Sionsberg, flank op het noorden,
zetel van de grote koning –
4in haar vesting weet men:
God is onze burcht.
5Koningen sloten zich aaneen,
samen trokken zij ten strijde.
6Maar wat zij zagen, verbijsterde hen,
verschrikt namen zij de vlucht.
7
Jer. 4:31
Een siddering greep hen daar aan,
zoals krampen een barende vrouw,
8zoals de oosterstorm inbeukt
op schepen uit Tarsis.
9In de stad van de HEER van de hemelse machten,
in de stad van onze God,
hebben wij gezien wat wij hadden gehoord:
God houdt haar voor eeuwig in stand. sela
10In uw tempel, God,
gedenken wij uw blijken van trouw.
11
Mal. 1:11
Zoals uw naam, o God, zo reikt ook uw roem
tot aan de einden der aarde,
uw rechterhand is vol van gerechtigheid.
12
De Sionsberg verheugt zich,
de steden van Juda juichen
om uw rechtvaardige daden.
13Ga rond Sion, trek eromheen,
tel zijn torens.
14
Bezie met aandacht zijn muren,
bewonder zijn vesting
en vertel aan uw nageslacht:
15‘Zo is God,
onze God, nu en altijd,
hij is het die ons leidt, voor eeuwig.’48:15 voor eeuwig – Voorgestelde lezing ondersteund door de Septuaginta. Betekenis van het Hebreeuws onzeker.