1451Een lofzang van David.
Mijn God en Koning, ik zal U roemen aleph
en Uw Naam loven, voor eeuwig en altijd.
2Iedere dag zal ik U loven beth
en Uw Naam prijzen, voor eeuwig en altijd.
3
150:2
De HEERE is groot en zeer te prijzen, gimel
Zijn grootheid is niet te doorgronden.
4
6:7
Generatie op generatie zal Uw werken roemen, daleth
zij zullen Uw machtige daden verkondigen.
5Ik zal spreken van de heerlijke glorie van Uw majesteit, he
en van Uw wonderlijke daden.
6Zij zullen de kracht van Uw ontzagwekkende daden in herinnering roepen; waw
Uw grootheid, die zal ik vertellen.
7
Zij zullen de mond doen overvloeien van de gedachtenis aan Uw grote goedheid, zain
en vrolijk zingen van Uw gerechtigheid:
8
Num. 14:18
Ps. 86:15
103:8
Genadig en barmhartig is de HEERE, cheth
geduldig en groot aan goedertierenheid.
9De HEERE is voor allen goed, teth
Zijn barmhartigheid rust op al Zijn werken.
10Al Uw werken zullen U loven, HEERE; jod
Uw gunstelingen zullen U danken.
11Zij zullen de heerlijkheid van Uw Koninkrijk in herinnering roepen kaph
en van Uw macht spreken,
12om de mensenkinderen Zijn machtige daden bekend te maken, lamed
de glorierijke heerlijkheid van Zijn Koninkrijk.
13Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, mem
Uw heerschappij omvat alle generaties.145:13 alle generaties - Letterlijk: in elke generatie en generatie.
14De HEERE ondersteunt allen die vallen, samech
Hij richt alle gebogenen op.
15De
ogen van allen wachten op U, ain
U geeft hun hun voedsel op zijn tijd.
16U doet Uw hand open pe
en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen.
17De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, tsade
goedertieren in al Zijn werken.
18De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, koph
allen die Hem in waarheid aanroepen.
19Hij vervult het verlangen van wie Hem vrezen, resj
Hij hoort hun hulpgeroep en verlost hen.
20De HEERE bewaart allen die Hem liefhebben, sjin
maar alle goddelozen vaagt Hij weg.
21Mijn mond zal van de lof van de HEERE spreken, taw
alle vlees zal Zijn heilige Naam loven,
voor eeuwig en altijd.
1461Halleluja!
Mijn ziel, loof de HEERE.
2Ik zal de HEERE loven in mijn leven,
ik zal voor mijn God psalmen zingen zolang ik er nog ben.
3
Vertrouw niet op edelen,
op het mensenkind, bij wie geen heil is.
4Zijn geest gaat uit hem weg, hij keert terug tot zijn aardbodem;
op die dag vergaan zijn plannen.
5Welzalig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft,
die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God,
6Die hemel en aarde gemaakt heeft,
de zee en al wat daarin is;
Die voor eeuwig de trouw bewaart,
7Die de onderdrukten recht doet,
Die de hongerigen brood geeft.
De HEERE maakt de gevangenen los,
8
Joh. 9:7,32
de HEERE opent de ogen van de blinden.
147:3
Luk. 13:13
De HEERE richt de gebogenen op,
de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
9De HEERE bewaart de vreemdelingen,
Hij houdt wees en weduwe staande,
maar de weg van de goddelozen maakt Hij krom.
10
Ps. 145:13
De HEERE zal voor eeuwig regeren;
uw God, Sion, is van generatie op generatie.
Halleluja!
1471Halleluja!
Het is immers goed om voor onze God psalmen te zingen,
want dat is lieflijk.
Hem past een lofzang!
2De HEERE bouwt Jeruzalem weer op,
Hij verzamelt Israëls verdrevenen.
3Hij geneest de gebrokenen van hart,
Hij
Job 5:18
verbindt hen in hun leed.
4
Hij telt het aantal sterren,
Hij noemt ze alle bij hun naam.
5Onze Heere is groot en geweldig in kracht,
Zijn inzicht is onmetelijk.
6De HEERE houdt de zachtmoedigen staande,
de goddelozen vernedert Hij, tot de grond toe.
7Zing voor de HEERE een beurtzang met dankzegging,
zing psalmen voor onze God met de harp,
8
Die de hemel met wolken bedekt,
Die de aarde van regen voorziet,
Ps. 104:14
Die het gras op de bergen doet groeien;
9Die aan het vee zijn voedsel geeft
en aan de jonge raven wanneer zij roepen.
10Hij vindt geen vreugde in de kracht van het paard,
Hij schept geen behagen in de spierkracht147:10 spierkracht - Letterlijk: benen. van de man.
11De HEERE is goedgezind voor wie Hem vrezen
en op Zijn goedertierenheid hopen.
12Jeruzalem, roem de HEERE,
Sion, loof uw God.
13Want Hij maakt de grendels van uw poorten sterk,
Hij zegent uw kinderen in uw midden.
14Hij doet in uw gebied vrede heersen,
Hij verzadigt u met het beste van de tarwe.
15Hij zendt Zijn bevel naar de aarde:
Zijn
woord loopt zeer snel.
16Hij geeft sneeuw als wol,
Hij strooit rijp uit als as.
17Hij werpt Zijn ijs als stukken;
wie is bestand tegen Zijn koude?
18Hij zendt Zijn woord en doet dat alles smelten,
Hij doet Zijn wind waaien, de wateren stromen.
19Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend,
Israël Zijn verordeningen en Zijn bepalingen.
20Zo
heeft Hij voor geen enkel ander volk gedaan;
die kennen Zijn bepalingen niet.
Halleluja!