1141Toen
Israël uit Egypte trok,
het huis van Jakob uit een volk met een vreemde taal,
2werd Juda Zijn heiligdom,
Israël Zijn koninklijk bezit.114:2 koninklijk bezit - Letterlijk: heerschappijen.
3De zee zag het en vluchtte,
de Jordaan deinsde achteruit,
4de bergen sprongen op als rammen,
de heuvels als lammeren.
5Wat was er, zee, dat u vluchtte,
Jordaan, dat u achteruit deinsde?
6Wat was er, bergen, dat u opsprong als rammen,
en u, heuvels, als lammeren?
7Beef, aarde, voor het aangezicht van de Heere,
voor het aangezicht van de God van Jakob,
8
Num. 20:11
Die de rots veranderde in een waterplas,
hard gesteente in een waterbron.