1101Een psalm van David.
De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken:
Zit aan Mijn rechterhand,
totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben
tot een voetbank voor Uw voeten.
2De HEERE strekt Uw machtige scepter uit vanuit Sion
en zegt: Heers te midden van Uw vijanden.
3Uw volk is zeer gewillig
op de dag van Uw kracht,
getooid met heilig sieraad;
uit de baarmoeder van de dageraad
is voor U de dauw van Uw jeugd.
4De HEERE heeft gezworen
en Hij zal er geen berouw van hebben:
U bent Priester
6:20
7:17
voor eeuwig,
naar de ordening van Melchizedek.
5De Heere is aan Uw rechterhand,
Hij verplettert koningen op de dag van Zijn toorn.
6Hij spreekt recht onder de heidenvolken,
vult het slagveld met dode lichamen
en verplettert hem die het hoofd is over een groot land.
7Hij drinkt onderweg uit de beek,
daarom heft Hij Zijn hoofd omhoog.
1111Halleluja!
Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, aleph
in de kring van de oprechten en in hun gemeenschap. beth
2De werken van de HEERE zijn groot, gimel
zij worden onderzocht door allen die er vreugde in vinden. daleth
3Zijn daden zijn vol majesteit en glorie, he
Zijn gerechtigheid houdt voor eeuwig stand.waw
4Hij heeft voor Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt, zain
de HEERE is genadig en barmhartig.cheth
5Hij heeft voedsel gegeven aan wie Hem vrezen.teth
Hij denkt voor eeuwig aan Zijn verbond.jod
6Hij heeft de kracht van Zijn werken bekendgemaakt aan Zijn volkkaph
door hun het erfelijk bezit van de heidenvolken te geven.lamed
7De werken van Zijn handen zijn waarheid en recht, mem
al Zijn bevelen zijn betrouwbaar. nun
8Zij worden ondersteund, voor eeuwig en voor altijd, samech
want zij zijn gedaan in waarheid en oprechtheid.ain
9Hij heeft Zijn volk verlossing gezonden; pe
Hij heeft Zijn verbond voor eeuwig ingesteld;111:9 ingesteld - Letterlijk: geboden. tsade
Zijn Naam is heilig en ontzagwekkend. koph
10De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid, resj
allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht; sin
Zijn lof houdt voor eeuwig stand.taw
1121Halleluja!
Welzalig de man die de HEERE vreest, aleph
die grote vreugde vindt in Zijn geboden. beth
2Zijn nageslacht zal machtig zijn op aarde, gimel
het geslacht van de oprechten zal gezegend worden.daleth
3In zijn huis zal bezit en rijkdom zijn, he
zijn gerechtigheid houdt voor eeuwig stand.waw
4Voor de oprechten gaat het licht op in de duisternis.zain
Hij is genadig en barmhartig en rechtvaardig.cheth
5Goed gaat het een man die zich ontfermt en uitleent, teth
hij behartigt zijn zaken volgens het recht.jod
6Voorzeker, hij zal voor eeuwig niet wankelen, kaph
de rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis blijven.lamed
7Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen, mem
zijn hart is standvastig, hij vertrouwt op de HEERE. nun
8Zijn hart wordt ondersteund, hij zal niet bevreesd zijn, samech
totdat hij de val van zijn tegenstanders ziet. ain
9Hij deelt mild uit, hij geeft aan de armen, pe
zijn gerechtigheid houdt voor eeuwig stand, tsade
zijn hoorn zal met eer opgeheven worden. koph
10De goddeloze zal het zien en toornig worden, resj
knarsetandend zal hij wegteren. sjin
Wat de goddelozen verlangen, zal vergaan. taw