251Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zei:
2Heerschappij en diep ontzag zijn bij Hem,
Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
3Zijn Zijn troepen te tellen?
En over wie gaat Zijn licht niet op?
4Hoe zou een sterveling dan
15:14,15,16
rechtvaardig zijn voor God,
en
hoe zou hij, geboren uit een vrouw, zuiver zijn?
5Zie, tot aan de maan toe –
ze is niet helder,
en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.
6
Hoeveel te minder een sterveling, die een made is,
en een mensenkind, dat een
worm is!