Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
27 mei 2019

Op zoek naar eenheid na 400 jaar scheiding

Door Tjaard Barnard

Op 29 mei vindt de Nationale Synode plaats. Een bijeenkomst georganiseerd door een groep protestantse theologen uit de breedte van de kerken, waarbij de blik vooral op ‘rechts van het midden’ is gericht. Het gaat om een bijeenkomst van gelovigen die beseffen dat het gek is, om in deze tijd van secularisatie, waarin het christendom niet meer vanzelfsprekend is, niet bij elkaar te zitten. Als niemand meer weet wie Jezus was, waarom zou je dan ruziemaken over allerlei dogmatische verschillen uit het verleden?

Op zich is dit een prijzenswaardig streven. Als remonstrants theoloog blijf ik het natuurlijk wel vreemd vinden, dat als symbool van eenheid gekozen is voor een symbool van strijd en uitsluiting. Natuurlijk: de synode in 1618-1619 was een internationale kerkvergadering met afgevaardigden niet alleen uit alle Noord-Nederlandse gewesten, maar ook protestanten uit Engeland, Frankrijk (die niet konden komen), Zwitserland en Duitsland. Maar toch, symbool van eenheid? Toch niet echt, wanneer je de leer vaststelt en vooral ‘verwerpingen’ vaststelt van wat de tegenpartij wilde betogen. Want dat staat in de Dordtse Leerregels (of Artikelen tegen de Remonstranten) die nog steeds door veel kerken worden gekoesterd. Het is toch een beetje alsof je de eenheid van Nederland en Spanje viert door samen te komen te Heiligerlee, op de Mokerheide of bij Nieuwpoort. Bij die plaatsen denk je toch eerder aan strijd dan aan eenheid. De synode leidde ertoe dat de Remonstranten uit de kerk werden gezet en werden verbannen uit het land. Het eerste echte slachtoffer van de synode was, volgens een van de Geneefse afgevaardigden, Johan van Oldenbarnevelt die op 13 mei 1619 werd onthoofd.

Waar ging het eigenlijk om? Dat is een vraag die voor de moderne mens amper nog te begrijpen is. Had de mens bij zijn eigen heil iets in de melk te brokkelen, of was alles genade? Had God van tevoren besloten wie er zalig zou worden – ongeacht wat die mens zou zijn of doen – of had die mens nog een klein beetje invloed? Je moet tegenwoordig bijna een master Theologie hebben om het probleem te begrijpen.

Zelf vind ik vooral dat de theologen toen – of ze nu remonstrant of contraremonstrant waren – het allemaal wel heel goed wisten. Alsof zij precies wisten hoe God en het heil in elkaar zaten. Als altijd had elke ketter natuurlijk zijn letter. Want laten we eerlijk zijn: de beide perspectieven zijn royaal in de Bijbel terug te vinden. Wie een goddelijke uitverkiezing centraal wil zetten, kan vertellen over Jakob en Esau. Had God Jakob niet liefgehad en Esau gehaat (Mal. 1: 2-3)? En mocht een pottenbakker (God) niet met zijn klei (mensen) doen wat Hij wilde (Jesaja 29: 16)? Maar aan de andere kant staat de Bijbel ook vol met de oproep om je te bekeren. Dan moet je wel heel erg je best doen, om daarin te lezen dat de mens niet ergens een eigen verantwoordelijkheid heeft. Dat begint al met Mozes, die mensen oproept om te kiezen. ‘Kies voor het leven (Deut. 30: 19)!’ Tegen wie niets te kiezen heeft, hoef je dat toch niet te zeggen? Als Jezus spreekt, lijkt zijn boodschap niet bedoeld te zijn voor slechts een kleine schare uitverkorenen, maar dan heeft hij toch de hele wereld op het oog. ‘Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Johannes 3: 16).’

Voor mijn gevoel zou het wijs zijn, de eenheid in het geloof te zoeken, op een andere plek dan in Dordt bij een Nationale Synode. Ware eenheid ontstaat pas als we durven toe te geven, dat we het in 1619 allemaal wel erg zeker wisten. Het wordt tijd om te aanvaarden, dat de Bijbel beide kanten van die éne medaille laat zien. En wat nog het mooiste is: er is een vers waarin die beide kanten samenkomen. Vanuit de logica bezien is dat natuurlijk volstrekt onmogelijk, maar voor de gelovige mens is het allebei waar: je moet er zelf wat aan doen, maar tegelijkertijd is het ook God die het doet. In Filippenzen 2: 12-13 lezen we: ‘Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt.’

Laten we dat eens ter harte nemen.

Tjaard Barnard
Remonstrants predikant te Rotterdam.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons