Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
1 september 2022

Het ‘land van de Bijbel’ tussen verleden en heden

Nieuwtestamenticus en archeoloog Jürgen Zangenberg selecteerde negen foto’s uit zijn collectie van landschappen in Israël. Samen met Lianne Kalkman schreef hij er toelichtingen en een inleidend verhaal bij.

Waterval in de Jordaan

De klippen van Arbel en Kibbutz Migdal

Olijfboomplantage in Galilea

De Dode Zee met de oase Ein-Feshkha

Bos in Wadi Araba

Landbouwterrassen in Samaria

Meer van Galilea vanuit Hippos

Winteravond aan het Meer van Galilea

De Dode Zee bij Massada

Een toelichting op de foto’s

Lianne Kalkman & Jürgen K. Zangenberg

Israël in de tijd van de Bijbel

Het land Israël wordt ons in de eerste vijf Bijbelboeken voorgesteld als ‘een land dat overvloeit van melk en honing’ (Num. 14:8). Vruchtbaar grondgebied is door de eeuwen heen van cruciaal belang geweest voor de mensheid. Voor Israël was dat niet anders. Niet voor niets wordt in Genesis 2 en 3 de goddelijkste plek op aarde voorgesteld als een prachtige, groene tuin vol van vruchtdragende bomen en van dieren. Wie het verhaal doorleest, ziet een beeld voor zich van een stukje hemel op aarde! Al snel wordt de lezer echter duidelijk gemaakt dat een dergelijke goddelijke omgeving niet langer binnen handbereik is voor de mens. Het lot van de mens zijn de doornen en distels.

Het vervolg van de Bijbel laat ons dan ook iets zien van het contrast tussen het verlangen naar een volmaakte wereld en de realiteit van het alledaagse zwoegen. Deze beschrijvingen helpen ons om een beeld te krijgen van klimaat en landschap in de tijd van de Bijbel, zowel van ideaal als van realiteit.

In poëtische teksten komen we vaak beeldspraak tegen die verwijst naar de omgeving. Bijvoorbeeld in het lied van Habakuk (hoofdstuk 3, speciaal vers 17-19). De profeet zegt hier dat hij zich zal verheugen in God, ook al zou het land niet meer vruchtbaar zijn. Hij noemt concrete voorbeelden (van de vijgenboom, wijnstok en olijfboom, van de velden en het vee) waarmee we ons een voorstelling kunnen maken van het Israëlitische landschap. We komen deze voedselbronnen ook tegen op andere plekken in de Bijbel: de gersteoogst bij Ruth, de wijngaarden in de evangeliën of het Lied van de wijngaard (Jes. 5). Maar het gebrek aan voedsel, dat Habakuk 3 benoemt, is ook een realiteit. Wie Rechters of Koningen leest, komt veelvuldig passages tegen over droogte en hongersnood. Ook in de Bijbel is het contrast tussen het gewenste klimaat en de realiteit duidelijk zichtbaar.

Het klimaat in Israël was vaak verre van ideaal. Psalm 121 bevat een zegen die ons hier iets van laat zien: ‘overdag kan de zon je niet steken, / bij nacht de maan je niet schaden’, ‘de HEER is de schaduw / aan je rechterhand’. Anders dan voor ons in het gematigde Nederland is voor de dichter de stekende zon een gevaar en is de koele schaduw een grote zegen voor de uitgeputte reiziger!

Niet alleen de zon, maar ook water kon negatieve associaties oproepen. De zee staat vaak symbool voor de vijanden van God (Ps. 74:13; 89:10; Jes. 27:1). Zeevaart, destijds vol levensgevaar, maakte de zee, met golven die de mens willen opslokken, tot een sprekend symbool voor de dood. Des te beeldender is de passage over Jezus, wandelend op het water. Andere belangrijke wateren in Israël hadden ook specifieke connotaties: de Dode Zee, nu een toeristenattractie, is in de Bijbel onlosmakelijk verbonden met het gruwelijke lot van Sodom en Gomorra (Gen. 19). Wie de Jordaan bezoekt, zal misschien teleurgesteld zijn bij de aanblik van het kleine stroompje – het water waardoor Israël volgens Jozua het beloofde land introk, had men zich wellicht imposanter voorgesteld. Toch moeten we ons niet vergissen: Naäman maakte al duidelijk dat de Jordaan geen reden was om als reiziger Israël aan te doen (2 Kon. 5).

Israël tegenwoordig

Ooit noemde iemand het land van de Bijbel het ‘vijfde evangelie’. Niets zou het verhaal tussen God en de mensen, het leven van Jezus en zijn boodschap beter begrijpelijk kunnen maken dan het land zelf met zijn bergen, valleien, plaatsen en vondsten. Hier zien we de patriarchen met hun schapen door de woestijn trekken, Jozua de Jordaan oversteken en Jezus met zijn volgelingen over zachtgroene heuvels trekken, predikend over het mosterdzaadje en het koninkrijk van God. Veel mensen gaan in dit land dus op zoek naar de Bijbelse wereld, maar niets is zó drastisch veranderd als juist dit ‘vijfde evangelie’. Israël is een modern land met snelwegen en wolkenkrabbers die je al van veraf kunt zien. Zowel in Israël zelf als in de Palestijnse gebieden groeit de bevolking snel, worden land en water steeds schaarser en het conflict daarover steeds scherper. Zelfs de – vaak noodgedwongen – ‘traditioneel’ gebleven Arabische ‘achterhoeken’ in de Palestijnse gebieden zijn inmiddels aan veranderingen onderworpen. Er zijn nog wel plekjes waar westerlingen enig gevoel van de voormoderne tijd kunnen krijgen, zoals die op oude zwart-witfoto’s van het einde van de negentiende eeuw te zien is. Niet The Wind Of Change die overal waait, maar de geur van gras en bloemen, van gebraden vis en de smaak van olijfolie en wijn – het koninkrijk van God voelt dan zó dichtbij! Maar zelfs deze voormoderne tijd is niet identiek aan de situatie ten tijde van de koningen van Juda of van Jezus. Te veel is zelfs al in de voormoderne tijd gebeurd. Ingrijpend waren vooral het einde van de intensieve irrigatielandbouw in het zuiden in de achtste eeuw n.Chr. en de ontbossing van centraal-Palestina ten tijde van de Turken. Toen konden zich woestijn en steppe weer uitbreiden. Dat proces werd in de twintigste eeuw teruggedraaid, maar dreigt door klimaatveranderingen weer terug te komen.

Het land van de Bijbel is sinds lang onderwerp van hooggespecialiseerd en interdisciplinair onderzoek: klimatologen, sedimentologen, botanici en anderen werken samen en analyseren bodemvondsten, pollen en plantenresten om te zien of micro- en macroklimaat voorheen misschien anders waren dan nu. Het blijkt dat de temperaturen en de vegetatiezones min of meer onveranderd bleven, terwijl de waterniveaus van het Meer van Galilea en de Dode Zee drastisch veranderden. Continuïteit in het regionale klimaat én grote veranderingen in lokale levensomstandigheden gingen hand in hand en maken het moeilijk om een globaal beeld van ‘het’ landschap van antiek Palestina te reconstrueren. Bijna niets is zoals het was. Ook tijdens ‘de Bijbelse geschiedenis’ van diverse eeuwen maakte het land veranderingen door.

Landschap is meer dan een moment – het beweegt. Landschap is divers, geen plek lijkt op een andere, en klimaatveranderingen pakken lokaal vaak verschillend uit. De foto’s hieronder geven dan ook geen blik in het verleden. Ze geven slechts een impressie van de diversiteit van het ‘land van de Bijbel’ anno nú.

Alle foto’s zijn gemaakt door Jürgen Zangenberg.

J.A. Kalkman-Mahdi BA studeert Hebrew and Aramaic Studies aan de Universiteit Leiden en Theology and Religious Studies aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Prof. dr. Jürgen K. Zangenberg is hoogleraar Antiek Jodendom en Vroeg Christendom aan de Universiteit Leiden en co-directeur van het internationale Kinneret Regional Project (zie kinneret-excavations.org). Hij deed jarenlang opgravingen in Israël.

Bronvermelding

Lianne Kalkman en Jürgen K. Zangenberg, ‘Het “land van de Bijbel” tussen verleden en heden. Een toelichting op de foto’s in dit nummer’ in: Met Andere Woorden 41/2 (oktober 2022), 4-6, foto’s: 7, 18, 33, 42, 46-47, 53, 58, 60.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons