Gratis account
4) tijdens het Romeinse rijk
Tijdens het Romeinse rijk (63 voor Christus – 138 na Christus) | ||
---|---|---|
Judea onder Romeinse supervisie (63-28 voor Christus) | ||
Oude Nabije Oosten | Palestina | Bijbel |
- Komst van Romeinse veldheer Pompeius naar Syrië-Palestina - Syrië Romeinse provincie (64) - Cleopatra VII koningin van Egypte (51-30) - Caesar verslaat Pompeius bij Farsalis; Pompeius vermoord (48) - Caesar vermoord (44) - Romeinse veldheer Antonius in oosten (40-31) - Parten treden op in Syrië-Palestina, maar verdreven door Romeinen (40-38) - Romeinse senaat benoemt Herodes tot koning van Judea (40) - Octavianus verslaat Antonius bij Actium (31) - Zelfmoord van Antonius en Cleopatra; Egypte Romeinse provincie (30) - Octavianus keizer (29) |
- Pompeius verovert Jeruzalem (63); stelt Hyrkanus II aan als hogepriester - Judea Romeinse vazalstaat - Antipater, gouverneur van Idumea en raadsheer van Hyrkanus II, krijgt grote invloed - Antigonus (zoon van Aristobulus II) grijpt macht na dood Antipater (40-37) - Herodes de Grote (zoon van Antipater) verover macht in Jeruzalem en wordt koning van Judea als vazal van Rome (37-4) |
|
De eerste keizers (27 voor Christus – 37 na Christus) | ||
- Octavianus wordt keizer Augustus (27 voor Christus – 14 na Christus) en vestigt Romeinse wereldrijk | - Herodes onderneemt vele bouwprojecten, onder meer burcht Antonia in Jeruzalem en restauratie en uitbreiding van de tempel - Agustus verleent Herodes eretitel 'koning-bondgenoot' - Herodes breidt zijn koninkrijk uit en laat diverse leden van de Hasmonese familie en van zijn eigen familie ombrengen |
Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes, Handelingen 1-9 |
- Augustus bekrachtigt het testament van Herodes, maar zonen krijgen minder hoge posities dan vader | - Dood Herodes (4 voor Christus); zoons volgen hem op: - Archelaüs etnarch van Judea en Samaria (4 voor Christus – 6 na Christus) - Herodes Antipas tetrach van Galilea en Pera (4 voor Christus – 39 na Christus) - Filippus tetrarch van Gaulana, Basan, Trachonitis, Hauran en Iturea (4 voor Christus – 34 na Christus) - Augustus zet Archelaüs af (6 na Christus); Quirinius (legaat van Syrië) taxeert bezit Archelaüs - Deze taxatie (en wellicht ook andere) aanleiding tot onlusten in Judea, waarop hardhandig ingrijpen volgt |
Geboorte van Jezus: - Matteüs 2: enige tijd vóór de dood van koning Herodes (in 4 voor Christus) - Lucas 2: tijdens het bewind van Quirinius over Syrië (6 na Christus) |
- Tiberius keuzer (14-37) |
- Vanaf 6 na Christus provincie Judea onder prefect (hoofdstad Caesarea) - Coponius prefect (6-8) - Valerius Gratus prefect (15-26) - Pontius Pilatus prefect (26-36) - Na dood Filippus (34) wordt tetrarchie deel van provincie Syrië - Vitellius, legaat van Syri:e, stelt orde op zaken in Jeruzalem; Pilatus naar Rome gestuurd, waar hij sterft (36) |
- Optreden Johannes de Doper - Optreden van Jezus - Dood van Johannes de Doper - Jezus op het pesachfeest te Jeruzalem gevangen en gedood - Opstanding van Jezus; verschijningen - Uitstorting van de heilige Geest - Eerste christelijke gemeenschap in Jeruzalem - Stefanus gestenigd - Bekering Saulus (Paulus) |
Van Caligula tot Hadrianus (37-138 na Christus) | ||
- Caligula keizer (37-41) - Joden te Alexandrië vervolgd 938); afvraadiging met o.a. de filosoof Philo naar Rome (39) - Caligula verbant Herodes Antipas naar Pyreneeën; diens tetrarchie naar Agrippa I - Claudius keizer (41-54) |
- Herodes Agrippa I (zoon Aristobulus, kleinzoon Herodes de Grote) loning over voormalige tetrarchie Filippus (37), later ook over Galilea, Perea (39), Judea en Samaria (41) |
Handelingen 10-28, Brieven, Openbaring - Paulus in Damascus (volgens Galaten 1 eerst in Arabië) en vlucht van daar naar Jeruzalem - Paulus bezoekt leider van gemeente in Jeruzalem (Petrus en Jakobus) - Paulus en Barnabas in Antiochië - Herodes Agrippa I laat apostel Jakobus ombrengen en Petrus gevangennemen |
- Dood van Agrippa I (44) - Judea provincie onder procurators: - Cuspius Fadus (44-46) - Tiberius Alexander (46-48) - Ventidius Cumanus (48-52) - Antonius Felix (52-60) |
- Eerste zendingsreis van Paulus - Bijeenkomst van apostelen in Jeruzalem; besluit om hieden-christenen vrij te stellen van het onderhouden van de Joodse wet - Tweede zendingsreis Paulus |
|
- Claudius verleent Agrippa II titel 'gunsteling van Rome' - Nero keizer (54-68) - Grote brand in Rome; vervolging van christenen (64) - Opstand Joden Alexandrië; velen omgebracht (66) - Nero belast Vespasianus en diens zoon Titus met hetstellen van orde in Palestina (66-67) - Nero pleegt zelfmoord (68) - drie generaals tot keizer uitgeroepen: Otho, Vitellius en Vespasianus (69); Vespasianus wint machtsstrijd en wordt keizer (69-79) - Titus keizer (79-81) |
- Agrippa II (zoon Agrippa I) koning van Chalkis (Libanon, 48-53) en toezichthouder op tempel Jeruzalem met recht benoemen hogepriester - In ruil voor Chalkis krijgt Agrippa II het gebied waarover zijn vader koning was, behalve Judea (53-100) - Procurators van Judea: - Porcius Festus (60-62) - Lucceius Albinus (62-64) - Cessius Florus (64-66) - Opstand in Jeruzalem (Florus vlucht(; Cetius Gallus, legaat van Syrië, valt de stad aan maar wordt verslagen - Joodse Oorlog (66-70) - Vespaianus verovert Galilea (67); Josefus (leider van opstand in Galilea) gevangen en in dienst van Romeinen - Belegering van Jeruzalem (68) onderbroken door dood Nero - Vespaianus naar Rome - Titus neemt belegering Jeruzalem over (69) - Verovering van de stad en verwoesting van de tempel (70) |
- Paulus te Jeruzalem en Antiochië - Derde zendingsreis Paulus - Paulus gevangen in Jeruzalem; moet voor Felix verschijnen - Paulus aan Festus voorgeleid - Paulus naar Rome |
- Domitianus keizer (81-96) - Nerva keizer (96-98) - Trajanus keizer (98-117) Hadrianus keizer (117-138) |
- Tweede Joodse Opstand (132-136) onder Ben Kosiba (Bar Kochba) - Verwoesting Jeruzalem, Joden uit Judea verdreven; Jeruzalem hebouwd als Romeinse stad: Colonia Aelia Capitolina |
- Johannes verbannen naar Patmos; visioenen over het einde |