Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
1 oktober 2021

Woord en weerwoord: de vertaling van 1 Petrus 2:24

Nu de NBV21 klaar is, is het te verwachten dat er lezers zijn die bij een bepaald verschil tussen de NBV en de NBV21 de voorkeur geven aan de versie uit 2004. Dat merkte Andries Knevel bij 1 Petrus 2:24. Hieronder licht Andries zijn mening toe. Daarna legt Cor Hoogerwerf uit wat de motieven waren voor de vertaalkeuze van de NBV21.

De proef op de som: 1 Petrus 2:24 bekeken

Andries Knevel

Ooit mocht ik in boekhandel Donner in Rotterdam meewerken aan de promotie van de NBV. Samen met onder anderen kardinaal Simonis en dr. Bas Plaisier las ik gedeelten uit de nieuwe vertaling voor. Ik had gekozen voor het boek Micha. De ingesproken teksten werden vervolgens digitaal gedistribueerd.

Vanaf dat eerste begin ben ik de NBV gaan lezen. Veel, heel veel. Zowel voor persoonlijk gebruik als ter voorbereiding van mijn preken. Terzijde zij opgemerkt dat een modaal exemplaar niet al te lang meegaat. Ik ben al aardig opgeschoten in mijn tweede exemplaar. Het eerste ligt compleet uit elkaar. Wat dat betreft is het ook goed dat de NBV21 aanstaande is.

Mijn leeservaringen zie ik deels terug in de toelichting die het NBG op de NBV21 heeft gegeven. Soms dacht ik: is dit niet te vrij? Soms dacht ik: zijn motiefwoorden wel consequent vertaald? En soms dacht ik: aan deze vertaling is een hele exegese voorafgegaan.

Maar dominant was mijn gevoel: wat fijn dat deze vertaling er is. Gepositioneerd tussen de aloude Statenvertaling en de NBG-vertaling 1951 enerzijds en aan de andere kant de vrijere vertalingen. Ik was en ben blij met de NBV. Heel blij.

En helemaal mooi dat het NBG nu met een nieuwe versie is gekomen, met maar liefst twaalfduizend wijzigingen. Ik zou er in mijn gebruik van de afgelopen jaren wel een aantal hebben kunnen noemen, maar was niet verder gekomen dan hoogstens honderd. Het geeft wel aan hoe zorgvuldig het NBG te werk is gegaan. Inmiddels heb ik wat interviews met vertalers en begeleiders gelezen en ik ben onder de indruk van de nauwgezetheid van het werk.

Als proef op de som neem ik uit de voorpublicatie de nieuwe vertaling van 1 Petrus 2:24. Daar staat:

24Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen.

1 Petrus 2:24NBV21Open in de Bijbel

En in 2004 stond er:

24Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen.

1 Petrus 2:24NBVOpen in de Bijbel

De belangrijkste beslissing in deze tekst is al te vinden in de NBV, namelijk het woord ‘kruishout’. Dat staat er in het Grieks namelijk niet. Daar staat xulon, dat ‘hout’ betekent. De meeste oudere vertalingen, maar ook de Naardense Bijbel, hebben dit woord laten staan. Kennelijk vonden de vertalers in 2004 dat het woord ‘hout’ uitgelegd moest worden omdat niet ieder zou begrijpen wat ‘hout’ in deze context betekent. Vandaar ‘kruishout’. Een te verdedigen keuze, alhoewel de verwijzing naar Deuteronomium 21:22-23 wel wat minder helder wordt. En dat terwijl Petrus in dit vers juist naar Deuteronomium en Jesaja wil verwijzen.

Opvallend in de NBV21 zijn twee andere wijzigingen: ‘Hij heeft in zijn lichaam onze zonden…’ wordt: ‘Hij heeft met zijn lichaam onze zonden…’ Het Grieks geeft daartoe geen aanleiding, daar staat het voorzetsel en, ‘in’. Ten tweede: het Griekse werkwoord anaferein kan het beste vertaald worden met ‘omhoog dragen’ of ‘erop dragen’. Het is een werkwoord waarin een bepaalde beweging zit. De NBV21 heeft deze beweging eruit gehaald door te vertalen met ‘dragen’.

Ik las ergens in een commentaar: ‘Lijfelijk heeft Christus de zonden meegenomen op het hout, ze op de paal gehesen.’ Hij heeft als het ware de zonden omhoog gedragen. Dat is dus iets van die beweging. Welnu, als ik beide teksten naast elkaar leg en ook het Grieks erbij haal, kies ik toch voor de vertaling van 2004. Vanwege het woordje ‘in’ in plaats van ‘met’ en vanwege de vertaling met ‘omhoog dragen’.

Dat had ik natuurlijk niet verwacht. Ik begon te lezen met de gedachte aan een verbetering, maar kwam uit bij de conclusie dat de NBV het misschien wel meer bij het juiste eind heeft.

Even dacht ik als proef op de som een andere tekst te nemen, maar dat zou niet helemaal eerlijk zijn. En misschien kunnen de vertalers van de NBV21 me nog overtuigen.

Het zal wel meer gebeuren dat van de twaalfduizend wijzigingen commentatoren zullen zeggen dat niet iedere verandering een verbetering is. De vraag om alvast een tekst te bestuderen, vond ik overigens een heerlijke uitdaging. Je duikt diep in de tekst, leest de context en je concentreert je op woordjes waar je anders makkelijk overheen zou hebben gelezen. Laat ik eerlijk zijn: een paar maanden geleden heb ik een meditatie geschreven over deze tekst. Het ging vooral over het woord ‘hout’ en de verwijzing naar Deuteronomium en Jesaja. Over het woordje ‘in’ en het werkwoord ‘omhoog dragen’ heb ik finaal heen gelezen. Mooi dat het NBG me een klein lesje heeft geleerd.

Drs. Andries G. Knevel is theoloog, schrijver en radio- en televisiepresentator.

1 Petrus 2:24 onder revisie

Cor Hoogerwerf

Het zal vaker gebeuren dat iemand bij een bepaald verschil tussen de NBV uit 2004 en de NBV21 de voorkeur geeft aan de NBV. Het artikel van Andries Knevel geeft me gelegenheid om in te gaan op het waarom van de verandering in 1 Petrus 2:24 in de NBV21.

Allereerst dit. De vertaling van de NBV – ‘Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen’ – is op basis van het Grieks mogelijk. Dan vat je anaferein op als ‘omhoog brengen/dragen’ en epi (met accusativus) als een richting. Een bekende vertaling als de New Revised Standard Version heeft deze uitleg als alternatieve vertaling opgenomen: ‘He himself carried up our sins in his body to the tree.’ En de NBG-vertaling 1951 heeft: ‘[D]ie zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft.’

Waarom hebben we deze tekst dan aangepast in de revisie? De voorzetsels ‘in’ en ‘op’ zoals ze op deze plaats in de NBV gebruikt worden, leveren een opmerkelijke zin op. Want wat staat hier nou eigenlijk? De gedachte dat Christus de zonden in zijn lichaam het kruis op brengt, komt nergens anders voor in het Nieuwe Testament. Een unieke gedachte is uiteraard niet onmogelijk, maar dan moeten de alternatieven wel minder aannemelijk zijn. Nu is er een aantal vragen te stellen bij de vertaling die de NBV kiest. Als de betekenis van anaferein hier ‘omhoog brengen’ is, waarom staat er dan niet het gebruikelijke voorzetsel eis (‘op’ of ‘naar’) bij? En wat is eigenlijk de bedoeling van deze uitspraak? De constructie anaferein ti(na) epi ti/tinos wordt elders gebruikt om het brengen van een offer te beschrijven (bijvoorbeeld Jakobus 2:21). Maar dat bedoeld zou zijn dat Christus de zonden offert op het altaar van het kruis wordt algemeen afgewezen. Wat de betekenis er dan wel van is dat Christus de zonden het kruis op draagt, moet je als lezer zelf aanvullen. Oftewel: je kúnt het element ana (omhoog) in het werkwoord anaferein letterlijk opvatten en er een opwaartse beweging in zien, maar als dat nergens mee verbonden kan worden, is het een element dat in de lucht blijft hangen.

‘De zonden dragen’: de invloed van Jesaja 53

Het is niet voor niets dat veel vertalingen en uitleggers hier een ander spoor volgen. De zin in 1 Petrus 2 verwijst duidelijk naar Jesaja 53:4, 11 en 12 in de Septuagint (LXX).

Er ging helaas iets mis.
Er ging helaas iets mis.

De openingswoorden zijn vrijwel identiek:

1 Petrus 2:24 hos tas hamartias hêmôn autos anênegken (…)
Jesaja 53:4 houtos tas hamartias hêmôn ferei
(‘deze draagt onze zonden’)
Jesaja 53:11 kai tas hamartias autôn autos anoisei
(‘en hij zal hun zonden dragen’)
Jesaja 53:12 kai autos hamartias pollôn anênegken
(‘en hij heeft de zonden van velen gedragen’)
hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

Er is geen verschil in betekenis tussen ferein (Jesaja 53:4) en anaferein (53:11). Het werkwoord anaferein betekent hier ‘op zich nemen’, ‘dragen’ (vergelijk Hebreeën 9:28: ‘om de zonden van velen te dragen’; Numeri 14:33 LXX). Het ligt erg voor de hand om die betekenis ook in 1 Petrus 2:24 te veronderstellen. Daarmee ontstaat een zinvolle tekst: Christus nam onze zonden op zich, en wel en tôi sômati autou. In het Nieuwe Testament wordt Christus’ lichaam vaak in verband met zijn dood genoemd (Kolossenzen 1:22, Hebreeën 2:14, 10:5, 10, Efeziërs 2:14); in Romeinen 7:4 is zijn lichaam zelfs een metoniem voor zijn dood: ‘(…) dood voor de wet dankzij het lichaam (dat wil zeggen de dood) van Christus’. De frase en tôi sômati autou betekent dus ‘in zijn aardse lichaam verkerend’. In combinatie met de gedachte dat Hij onze zonden op zich nam en stierf, wil en tôi sômati zeggen dat de gevolgen van de zonden zichtbaar werden in het lijden en de dood van zijn aardse lichaam. Zo kon Hij met de macht van de dood afrekenen – een gedachte die elders in het Nieuwe Testament voorkomt (bijvoorbeeld Hebreeën 2:14).

Deze duiding past goed in de context: slaven die onverdiend lichamelijk leed moeten verdragen (hupoferein, 1 Petrus 2:19) mogen een voorbeeld nemen aan Christus, die lijfelijk onze zonden heeft gedragen (anaferein) door een slavendood te sterven.

Hoe geef je en tôi sômati weer in goed Nederlands? Het Griekse voorzetsel en kun je op veel verschillende manieren vertalen: in, met, door, enzovoort – het is afhankelijk van de context. In 1 Korintiërs 6:20 staat bijvoorbeeld: ‘[B]ewijs God eer met uw lichaam.’ In 1 Petrus 2:24 heeft de Groot Nieuws Bijbel ‘lijfelijk’. In deze context, waarin lichamelijk lijden een rol speelt, wil deze frase uitdrukken dat Christus lijfelijk de (gevolgen van) de zonden op zich heeft genomen. Dat kan uitstekend met de formulering van de NBV21: ‘Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout.’ Dit kun je als volgt uitleggen: ‘Hij heeft onze zonden op zich genomen en de ultieme en vernederende consequentie daarvan ervaren voor zijn aardse bestaan, dat aan het kruis eindigde.’

‘Aan het (kruis)hout’: de invloed van Deuteronomium 21

Wat nog aandacht verdient, is dat er epi to xulon (accusativus) staat, terwijl je een genitivus, epi tou xulou, zou verwachten, zoals in Deuteronomium 21:22-23, Handelingen 5:30, 10:39 en Galaten 3:13. Geeft dat steun aan de gedachte dat we bij anaferein met een letterlijke beweging te maken hebben, het kruis op? Toch niet, want in het hellenistische Grieks wordt epi met accusativus ook gebruikt voor een plaatsbepaling. ‘Aan het kruishout’ is hier dus een goede vertaling.

Zoals het werkwoord anaferein, ‘dragen’, aan Jesaja 53 (LXX) is ontleend, zo ligt aan het vroegchristelijke gebruik van epi to xulon of epi (tou) xulou, ‘aan het kruishout/aan een paal’, zeker Deuteronomium 21:22-23 (LXX) ten grondslag. Misschien is er in 1 Petrus 2:24 nog meer aan die tekst ontleend, want Deuteronomium spreekt eveneens van iemands ‘zonde’ (hamartia) en van zijn lichaam (to sôma autou) dat ’s nachts niet mag blijven hangen ‘aan de paal’ (epi tou xulou). Aangezien epi in 1 Petrus 2:24 meekomt met de frase uit Deuteronomium, ligt het sterk voor de hand dat het ook hier ‘aan (het kruis)’ betekent.

Met andere woorden: het is mogelijk om in anaferein en epi een opwaartse beweging te veronderstellen. Maar als je kijkt naar de twee oudtestamentische teksten die hier een rol spelen, is er geen enkele reden om dat te doen. Doe je het niet, dan krijg je een tekst die goed te begrijpen is binnen het geheel van het Nieuwe Testament. Doe je het toch, dan krijg je een wat cryptisch resultaat.

Het zal niet verbazen dat de meerderheid van de uitleggers kiest voor ‘dragen’ en ‘aan/op het kruis/het hout/de boom’. Dit alles raakt aan een van de principes van de revisie: uitgaan van breed wetenschappelijk draagvlak. Wat er in de NBV staat is mogelijk, wat er in de NBV21 staat is waarschijnlijk beter.

Drs. Cor Hoogerwerf is specialist vertalen en exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en werkte mee aan de NBV21.

Bronvermelding

Andries Knevel, ‘De proef op de som: 1 Petrus 2:24 bekeken′ in: Met Andere Woorden 40/2 (oktober 2021), 80-81.

Cor Hoogerwerf, ‘1 Petrus 2:24 onder revisie′ in: Met Andere Woorden 40/2 (oktober 2021), 82-85.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons